In alle regionale politie-eenheden zijn kwartiermakers bezig een buddysysteem op te zetten. Vier eenheden zijn al zo ver dat ze inmiddels tientallen buddy’s hebben gekoppeld aan collega’s die behoefte hebben aan deze laagdrempelige vorm van ondersteuning. Het doel, een landelijk dekkend buddynetwerk, is in zicht.

Politieagent is een hoog-risico beroep. De kans op een dienstongeval, een burn-out of PTSS na traumatische ervaringen door of tijdens het werk, is significant aanwezig. Binnen de politie zijn er verschillende professionals die agenten kunnen helpen om die ervaringen te verwerken en om te re-integreren, zoals een arbeidsdeskundige, bedrijfsarts, bedrijfsmaatschappelijk werker en een psycholoog. Zo nodig wordt hulp van buiten de politieorganisatie ingeschakeld.

Sinds enkele maanden kunnen agenten ook een buddy krijgen: een collega-agent die een luisterend oor en verdere ondersteuning biedt. De buddy gaat bijvoorbeeld mee als de hulpvrager opziet tegen een gesprek of als die voor het eerst weer naar het bureau gaat nadat hij een tijd thuis heeft gezeten. De buddy is een extra ondersteuner, aanvullend op de professionele hulpverleners.

Landelijke standaard

Een landelijk dekkend buddynetwerk was het doel van het project dat met subsidie van SAOP voorbereid en uitgevoerd kon worden in alle regionale politie-eenheden. Projectleider Helga Blom: ‘De buddy’s horen organisatorisch bij de eenheid, maar het buddysysteem wordt op landelijk niveau beschreven, zodat de kwaliteit geborgd is. Dus of ze nu in Noord-Holland of in Limburg werken, ze krijgen allemaal dezelfde informatie, ze moeten over dezelfde competenties beschikken en oefenen dezelfde vaardigheden. Met een extern bureau hebben we gewerkt aan een standaard voor de aanpak binnen alle eenheden. Zo zijn er nu onder meer profielschetsen van buddy en kwartiermaker, een selectieprocedure en een intervisieprocedure en ook is er een buddytraining ontwikkeld.’

Buddypool

Er zijn twee vormen van buddyschap: de buddypool en het natuurlijke buddyschap. Voor een buddypool worden buddy’s geworven binnen de eenheid. De kwartiermaker organiseert voorlichting en een selectiecommissie voert gesprekken met kandidaten om te beoordelen of ze over de juiste competenties beschikken. Ook wordt nagegaan of de leidinggevende wil meewerken en toestaat dat een buddy twee uur per week aan die taak besteedt. Vóór de buddy’s daadwerkelijk aan de slag gaan, volgen ze een korte opleiding. Daarna zorgt de kwartiermaker voor een goede match van buddyvrager en buddy. De buddy’s van een eenheid hebben eens in de zes tot acht weken intervisie.

Natuurlijk buddyschap

Natuurlijk buddyschap houdt in dat een agent die behoefte heeft aan een buddy, zelf iemand weet: een collega of ex-collega in wie hij of zij vertrouwen heeft. Blom: ‘Dat de hulpvrager vertrouwen heeft in die persoon, is een belangrijk criterium. Het buddyschap draait om vertrouwen; de buddy is een collegiaal maatje. De kwartiermaker gaat na of die collega geschikt is, of die het wil en het aankan en of de leidinggevende groen licht geeft.’ Ook deze buddy’s krijgen een opleiding. Alle buddy’s, zowel de natuurlijke buddy’s als die van de buddypool, worden gevolgd en begeleid door de kwartiermaker.

Onderzoek naar effecten

In de vier eenheden zijn er in totaal al zo’n 50 koppels gevormd van agenten die behoefte hebben aan een collegiaal maatje, en een buddy. Twee van die vier eenheden kozen ervoor te werken met een buddypool en de andere twee kozen voor de route van natuurlijk buddyschap. Er loopt nu een onderzoek: wat zijn de effecten van elk van beide vormen, wat brengt het de betrokkenen? En is de ene vorm effectiever dan de andere? In de andere zeven eenheden zijn kwartiermakers bezig met de voorbereidingen, variërend van het werven van een kwartiermaker tot het voeren van selectiegesprekken met kandidaten.

Wat vinden buddy’s en buddyvragers zelf van het buddyschap?

Buddy:
‘Ik ben gewend dingen over te nemen, snel te regelen. Nu heb ik geleerd dat ik wel kan adviseren, maar niet moet overnemen. Soms is een luisterend oor voldoende.’

Buddy:
‘Mijn buddyvrager zegt onrustig te worden als er te weinig structuur is. Dat ik er ben geeft al rust, ook al doet de buddyvrager er nog niets mee. Toen we niet meer konden sporten, stelde ik voor om samen te wandelen. Dat hebben we niet gedaan, maar dat die optie er was, was al prettig.’

Buddyvrager:
‘In het begin wilde ik alles zelf doen. Toen mijn erkenning rond was, was mijn buddy de tweede die ik belde. Dat is voor mij een hele stap.’

Lees ook het eerdere artikel over Buddy door dik en dun.